Broddelen is, evenals stotteren, een vloeiendheidsstoornis in het spreken.
Bij stotteren zijn er onvrijwillige onderbrekingen in de vloeiendheid van de spraak. Personen die stotteren hebben vaak een gevoel van controleverlies. Bij broddelen is er sprake van snel en onverstaanbaar spreken. De planning van de spraak- en taalactiviteiten in de hersenen is verstoord. Deze verstoring treedt op als degene te snel spreekt, een belangrijk kenmerk van broddelen. De broddelende spreker heeft dit op het moment dat hij zijn woorden uitspreekt meestal niet door. Broddelen en stotteren komen in de praktijk vaak in mengvorm voor; vaker dan zuiver broddelen of zuiver stotteren.
Kenmerken
Het belangrijkste kenmerk van broddelen is, zoals genoemd, een te hoog of wisselend spreektempo.
Hierdoor kan er sprake zijn van:
– veel normale onvloeiendheden (zoals zinnen halverwege veranderen, woorden tussenvoegen, woord- of zinsdeelherhalingen);
– fouten in de woordstructuur (zoals lettergrepen verwisselen of woorden in elkaar schuiven, bijvoorbeeld ‘graasvohnies’ in plaats van ‘gratis en voor niets’);
– onjuiste spreekpauzes (te veel, te weinig of op onlogische plaatsen);
– onlogische zinsmelodie;
– moeite met het nemen van de beurt in de communicatie;
– onvoldoende rekening houden met de voorkennis of informatiebehoefte van de luisteraar.
Hier kunt u meer informatie vinden over broddelen.